Nationale Donorweek: waarom zou je donor worden?

Tijdens de Nationale Donorweek is er extra aandacht voor het belang van stamcel-, bloed- en orgaandonatie. Hoewel vanaf 1 juni 2020 de nieuwe Donorwet in werking is getreden, is het nog steeds belangrijk om een bewuste keus te maken. De Mamagids steunt dit van harte en schenkt daarom tijdens deze week extra aandacht aan donatie.

Nationale Donorwet 2020

Voorheen moest je je aanmelden als orgaandonor. Dat voorkwam dat je nabestaanden kort na overlijden een bijzonder moeilijke keus moesten maken. Maar door een continu gebrek aan donoren en omdat niet iedereen tijdens zijn leven besloot of hij hiervan gebruik wilde maken, besloot de overheid een nieuwe wet aan te nemen. Dat werd de Donorwet.

Vanaf 1 juni 2020 draaien de zaken om. Iedere inwoner van 18 jaar en ouder kan dan in het Donorregister invullen of hij of zij bezwaar maakt tegen orgaandonatie bij overlijden. Zo blijf je een vrije keus houden. Het is echter wel zo dat wanneer je geen keus invult, er achter jouw naam automatisch ‘geen bezwaar’ komt te staan. Bovenstaand filmpje is erg helder.

Wel of niet doneren?

Er is maar één persoon die kan en mag beslissen om bij overlijden organen en weefsel te doneren en dat ben jijzelf. Misschien vind je het een akelig idee dat ze je organen transplanteren. Of heb je religieuze, morele of andere bezwaren. Omdat het een keus is die best wat nadenken vergt, is het slim om erover te praten met anderen. Hoe staan zij erin? Waarom kiezen zij bewust voor donorschap of juist niet?

De Nationale Donorweek is een moment waarop we stil staan bij die bewuste keus. En natuurlijk is de informatie veelal gericht op argumenten om het juist wel te doen. Laat je daar echter niet door van de wijs brengen. Als jouw gevoel er niet goed bij is, hoef je het niet te doen. Twijfel je nog? Hieronder staan in elk geval vijf verhalen van vrouwen die bewust kozen om wél te doneren. Door hun mening te lezen, besef je wellicht dat het toch niet bij je past. Of juist wel. Jouw mening is prima, wat je uiteindelijk ook beslist.

Vormen van donatie

Er zijn verschillende vormen van donatie:

  • Orgaan- en weefseldonatie (waarover het grootste deel van de Nationale Donorweek gaat)
  • Bloeddonatie
  • Stamceldonatie

Bloeddonatie gebeurt maximaal 3-5 keer per jaar (vrouwen mogen drie keer, mannen vijf). Heb je een uitzonderlijke bloedgroep? Dan is het extra fijn als je besluit te doneren. Stamceldonatie is redelijk nieuw. Je meldt je hiervoor aan bij Stichting Matchis via een formulier. Zij sturen je hierna een buisje op om wangslijm te kunnen afnemen. Hierna komen je gegevens in een databank te staan. Als er op een gegeven moment een match is met een patiënt die jouw stamcellen kan gebruiken, neemt de stichting contact met je op. Je kunt doneren via bloed of beenmerg.

Waarom doneren wij en zijn we voorstander van de Nationale Donorweek? 5 vrouwen vertellen hun verhaal

Casandra: ‘Voor wat, hoort wat! Daarom ben ik donor.’

Ik ben geregistreerd donor. Ik stel mijn organen en weefsel na mijn overlijden beschikbaar voor transplantatie met uitzondering van huid en oogweefsel. Dat heeft er eigenlijk vooral mee te maken dat ik het een prettig idee vind dat de buitenkant intact blijft. Deze beslissing heb ik op mijn 18e genomen. Destijds kon vanaf die leeftijd een donorcodicil worden ingevuld, dat heb ik direct gedaan. Ik vond (en vind) het belangrijk donor te zijn. Ik vind het een fijn idee dat ik na mijn dood een ander kan helpen met het beschikbaar stellen van mijn organen/weefsel. Daarbij ben ik van mening dat mocht ik zelf ooit een ander orgaan nodig hebben ik dan ook zelf orgaandonor moet zijn.

Ik vind de Donorwet een goed initiatief! Het dwingt mensen bewust na te denken over het feit of ze donor willen zijn of niet. Hierbij hou je de beslissing ook open: mensen kunnen nog altijd zelf die keuze maken. Het levert alleen wel meer donoren op dan eerst.

Miriam (blogger op MeerVanMir.eu): ‘Sinds ik het zelf mocht bepalen, ben ik donor’

Om tot een goede keuze te komen ben ik gaan nadenken waarom ik me al die jaren daarvoor in eerste instantie had geregistreerd.  Voor mij was het eigenlijk toen een logische keuze. Zelf zou ik ook graag, indien nodig, een donororgaan willen ontvangen, dus waarom zou ik het dan niet voor een ander doen? Dit is ook de reden waarom ik al jaren bloeddonor ben. Met die gedachte in mijn achterhoofd was mijn beslissing al snel genomen. Ik sta dus gewoon alles af en hoop daarbij een ander te kunnen helpen. Net zoals ik zelf ook hoop geholpen te worden mocht dat nodig zijn. Het is wat mij betreft een wisselwerking dus.

Vanaf het moment, dat ik het zelf mocht bepalen ben ik al geregistreerd donor. Dit is dus echt al heeeeeel lang. Mijn lijstje van wensen is wel een aantal keer veranderd. Ik begon namelijk met de optie dat mijn nabestaanden over mijn lichaam en daarmee ook mijn donaties zou mogen beslissen. Ik kon me voorstellen, dat mijn moeder het bijvoorbeeld fijn zou vinden als ik toch enigzins intact er uit zou zien. Toen kwam mijn man in mijn leven. Hij was geen voorstander van het overlaten aan de nabestaanden. Hij wilde niet daarover moeten discussieren met mijn moeder. Op zijn verzoek heb ik dus echt moeten nadenken over welke organen ik niet zou willen doneren. Dat is best lastig!

De nieuwe wijzigingen maken in elk geval een discussie los. Ik merk dat het hier op mijn werk (niets medisch) al de nodige commotie heeft veroorzaakt. Maar ik zelf ben wel een voorstander. Ik denk dat er heel veel mensen het wel prima zouden vinden om donor te zijn, maar gewoon uit gemakzucht nooit zich hebben geregistreerd. Met dit nieuwe besluit is deze groep mensen ineens donor geworden, dus mijn inziens een flinke toename.  Een aantal van mijn collega’s vindt het een inbreuk op de privacy van het lichaam. Daar ben ik het echt niet mee eens. 1. Je bent al dood. 2. Als je het niet wil meld je je gewoon af. Het is goed als men zelf ook eens actie onderneemt in plaats van het achterover leunen wat niets oplevert.

Marije: ‘Mijn moeder kreeg een donornier. Alleen al om die reden.’

Ik ben bloed gaan doneren toen ik op mezelf ging wonen. Ik was toen 18. Eigenlijk weet ik niet meer wanneer ik geregistreerd orgaandonor ben geworden, maar ik neem aan dat dat op hetzelfde moment was. Ik heb besloten orgaan- en bloeddonor te worden omdat mijn eigen moeder meerdere malen bloedtransfusies heeft gehad. Als bloeddonor kan je zoveel levens redden en het geeft mij een goed gevoel iets voor een ander te kunnen doen. Dankzij de goedheid van een ander persoon leefde mijn moeder immers nog. Wat een geschenk! Orgaandonor worden lag in het verlengde daarvan. En hoewel ik bloeddonatie moest opgeven wegens een operatie, ben ik nog altijd donor.

Dat mijn moeder jaren daarna ook een donororgaan nodig had had ik nooit kunnen bedenken. Ze had een nierziekte en na jaren dialyseren kreeg ze uiteindelijk een nier van één van mijn broers. Ze was op dat moment 65 en vanwege haar leeftijd kwam ze niet bovenaan de wachtlijst. Omdat ze die nier wel heel hard nodig had en mijn broer een match was heeft hij een nier afgestaan. Wat mij betreft is dat het grootste geschenk wat je iemand kan geven: een mogelijkheid om nog verder te kunnen leven. Ik ben mijn broer hier dan ook heel erg dankbaar voor.

Wat de nieuwe wijzigingen betreft: het lijkt me wel lastig voor de nabestaanden. Stel nou dat jij zeker weet dat je overleden naaste geen donor wilde zijn, maar die persoon heeft dit nooit aangegeven? Aan de andere kant: er zullen nu wel meer mensen na gaan denken of ze wel of geen donor willen zijn en dat schroeft, als het goed is, het aantal beschikbare donoren alleen maar op. Dat is hoopvol voor alle mensen die een donororgaan nodig hebben!

Fleur (blogger op Mamasliefste.nl): ‘Ik ben orgaandonor en stamceldonor.’

Een paar maanden terugkeek ik op een ochtend naar Koffietijd (ik beken) en zag daar het verhaal van Oscar (20 jaar). Hij voelde hij zich, na een avondje stappen, niet lekker. Twee dagen later bleek hij leukemie te hebben. Om zijn leven te redden moest er snel een stamceldonor gevonden worden. Een erg lastige zoektocht, omdat de kans op een juiste match 1 op 50.000 is. De kans van Oscar was zelfs nog kleiner omdat hij gemengd bloed heeft: zijn moeder is Nederlands en zijn vader Indisch. Voor hem is het daardoor extra ingewikkeld om de juiste donor te vinden.

Het verhaal greep me aan. Ik heb zelf in mijn stagetijd gewerkt op de hematologie afdeling in het ziekenhuis en zelf mijn scriptie geschreven over stamceldonatie. Toen was het doneren van stamcellen een hele pijnlijke operatie, met botboringen. Dat heeft me er altijd een beetje van weerhouden. Nu blijkt dat stamcellen ook op een andere manier gedoneerd kunnen worden; via PBSC. Voor een Perifere Bloed Stam Cel donatie (PBSC) donatie gebruik je gedurende vijf dagen voorafgaand aan de donatie een medicijn dat wat botpijn, spierpijn en een griepachtig gevoel kan geven. Dat was voor mij de doorslag om me aan te melden.

Ik vind het een heel goed initiatief dat de wet verandert. Omdat er jaarlijks veel mensen op de wachtlijsten staan voor een donor- of stamcel orgaan, blijft de vraag hoog. Blijkbaar denken veel mensen er niet aan of ze wel of geen donor willen zijn en registeren hun wensen daarover niet. Doordat je automatisch nu donor bent, tenzij… wordt er hopelijk wat meer en serieuzer over nagedacht. Iedereen blijft de keuze houden, ja of nee, maar het is in elk geval allemaal geregistreerd. Dit voorkomt onduidelijkheden, pijn en verdriet wanneer de vraag echt gesteld moet worden.

Merel: ‘Ik ben geregistreerd stamceldonor, wil bloed gaan geven en sta ingeschreven in het Donorregister’

Eigenlijk nam ik mijn beslissing al op de basisschool. We kregen les over donatie en ik wist meteen dat ik me wilde inschrijven. Daarbij vind ik het een naar idee dat mijn nabestaanden middenin hun rouwproces nog zo’n beslissing zouden moeten maken. Het enige dat ik buiten beschouwing heb gelaten, is mijn hoornvlies en mijn longen. Ik heb lange tijd gerookt en dat leek me niet zo handig.

Mocht ik nog hebben getwijfeld, dan was De Grote Donorshow (2007) het laatste zetje dat ik nodig had. Kippenvel! Doordat je kennismaakte met daadwerkelijke mensen die een donornier nodig hadden, zag je veel duidelijker de noodzaak in. Daarom vind ik de nieuwe wet een prima initiatief. Zeker omdat je nog altijd de keus hebt er niet in mee te gaan.

Behalve orgaan- en weefseldonor ben ik ingeschreven als stamceldonor. Ook wil ik bloed gaan doneren, omdat ik door de zwangerschappen een specifieke bloedgroep heb. Wat me eerder tegenhield, was de bloedarmoede door mijn koperspiraal. Nu dat voorbij is, zie ik geen reden meer om het niet te doen.

Of je nu wel of geen donor wordt, de Nationale Donorweek helpt je hopelijk een keus te maken die bij je past. Laat je daarom vooral goed voorlichten en praat erover met vrienden. Ben jij donor? Waarom wel of niet?

Redactie

De Mamagids is hét online handboek voor moeders die fouten durven maken. Vol handige tips voor als je het even niet weet, herkenbare verhalen en ervaringen van lezeressen. Omdat je nooit de enige bent!

5 gedachten over “Nationale Donorweek: waarom zou je donor worden?

  1. Ik zou het heel graag willen maar ben chronisch ziek (Crohn) en daardoor blijft er weinig ovet om te doneren. Met een gesprek bij de huisarts en andere artsen besloten om geen donor te zijn (vond ik destijds heel jammer want zou graag anderen helpen, maar als ik nu kijk hoe ziek mijn lichaam is dan wil ik dat een ander absoluut niet aan doen!).

  2. Wat een goed helder artikel. Toevallig vroeg mijn dochter (18) me om meer informatie vorige week omdat ze wilde begrijpen hoe het in elkaar zat om te kunnen beslissen wat ze wilde.

  3. ik zou wel willen maar met mijn lichaam wat niet functioneert en beschadigd is, ben ik niet geschrikt om donor te zijn, de rest van het gezin wel. wel jammer want had het wel willen zijn

  4. Wat goed dat je hierover schrijft! Ik ben al sinds mijn 18e donor, eerst alleen mijn organen omdat de rest me heel naar leek. Maar inmiddels ben ik voor alles donor, want als ik niet meer leef merk ik het toch niet.
    Ik heb het aan mijn vriend overgelaten, even ervan uitgaande dat hij nog leeft dan. Hij moet ermee dealen, ik niet.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Terug naar boven