Column | Peuterdrift in de supermarkt

We deden laatst lekker rustig aan, J. en ik. Ik maakte schoon en zocht spulletjes uit terwijl hij sliep; zo’n dag waarop niks hoeft. Dat wil zeggen: niks, behalve de boodschappen voor het avondeten. En je voelt hem misschien al aankomen: daar keek ik niet per se naar uit. Hij zit namelijk in de
peuterpuberteit en laat zich duidelijk gelden.

Normaal gesproken probeer ik de boodschappen daarom eigenlijk zoveel mogelijk te halen wanneer hij op de peuterspeelzaal zit. Hij vindt de supermarkt niet leuk, gedraagt zich vaak dwars en raakt gefrustreerd omdat hij niks mag. In zijn ogen althans, ik geloof dat het allemaal best meevalt maar dat is een discussie die je met een peuter natuurlijk niet gaat winnen. Maar goed, de laatste keer had ik geen tijd en dus moest ik wel op dit moment gaan.

We waren de deur nog niet uit of hij protesteerde. Hij wilde op de driewieler, maar ik vond het geen goed idee: het kwam even niet uit vandaag. Gelukkig accepteerde hij dit redelijk snel en hij holde vrolijk voor me uit. Vervolgens hielp hij heel lief met weggooien van het afval. Het leek de goede kant op te gaan, maar toen rende hij zonder kijken de straat op. Niet de bedoeling natuurlijk, dus ik gaf hem een korte reprimande en we vervolgden weer onze weg.

Nu kan je in ons dorp op verschillende manieren bij de supermarkt komen. Je hebt een smal holletje naast de trap buiten, maar dat was met de buggy geen optie. Daarnaast is er nog een trap in de parkeergarage en een lift. Het zal waarschijnlijk geen verrassing zijn: hij wilde met de trap, ik met de lift. Opnieuw een hoop gemor (van mijn kant); gelukkig met resultaat: hij stormde boos de lift in.

De situatie zou misschien grappig zijn als het allemaal niet zoveel energie kostte. Met temperamentvolle peuters krijg je al snel het gevoel een constante strijd te moeten voeren. En dan slaan ze onverwachts om als een blad aan een boom. Want waar hij nog wild stampend en boos naar boven ging in de lift, rent hij eenmaal boven uitgelaten de lift uit. Alsof er niks aan de hand was.

Tot mijn grote opluchting rende hij het autootje voorbij (scheelt weer een discussie). Het ging precies goed tot de zelfscanners. Ik pakte er eentje, maar die was volgens J. niet goed genoeg en hij wilde hem omwisselen voor een nieuwe. Net op tijd pakte ik de scanner weer terug, maar ook dit leverde frustratie op en hij gilde. Gelukkig kreeg ik hem vervolgens wel met een grapje de winkel in, maar daar ging de strijd onverminderd verder: ik wilde dat J. de champignons zou scannen, hij niet. En nadat ik het zelf had gedaan, verwijderde hij hem weer.

Mijn frustratie ging richting het kookpunt. Die van hem ook: luidkeels gilde hij ‘HELLEPIE!’ En dan hoop je maar dat de mensen om je heen iets anders verstaan, aangezien ik hem geen pijn deed of onrecht aandeed. Wel liep er een man voorbij die quasi grappig opmerkte dat de volumeknop wel wat zachter mocht. Ik hield mijn mond, maar had graag zijn volumeknop ook wat zachter gedraaid…

In principe ging het daarna wel weer hoor. Het was gezellig tot aan de kassa, toen hij besefte niet meer uit de buggy te mogen. Hij loeide als een sirene tot we afrekenden. Dit kwam mij trouwens op boze blikken te staan, aangezien ik hem negeerde en doorliep. Maar uit ervaring weet ik ook dat op zo’n moment helemaal niets helpt. En heus, ik snap de blikken wel gedeeltelijk (ik zou het ook niet fijn vinden als ik rustig winkelde en er kwam een loeiende sirene voorbij). Alleen voelt het nog altijd niet fijn.

Bij de kassa mocht hij helpen met betalen en weer even uit de buggy. Op zich ging dat allemaal prima, maar bij het poortje wilde hij per se de bon zelf scannen. Maar hij kwam er niet bij. Daarop nam ik het van hem over en scande de bon, inmiddels zo chagrijnig dat ik hem na zijn nieuwe gil direct terug zette in de buggy, doorliep naar de lift en negeerde dat hij naar buiten wilde. Hij bleef huilen en schreeuwen tot we thuis waren. Of nou ja, tot daarna zelfs, want het duurde ook daar nog tien minuten tot hij weer kalmeerde en op zijn manier sorry kwam zeggen. Ik kreeg een stevige knuffel en hij gaf aan dat ‘mama, gillen met boodschappen doen’ niet leuk is.

En het gekke? Zo’n 2,5 jaar geleden, toen ik hem voor het eerst in mijn handen had, kon ik me echt onmogelijk voorstellen ooit boos te worden. Het leek me onvoorstelbaar dat ik ooit dit soort momenten zou meemaken. Inmiddels weet ik wel beter. Volgende keer probeer ik het gewoon nog een keer, zal (nog) duidelijker aangeven wat ik verwacht en ik weet heus dat het ooit weer zal lukken om normaal boodschappen te doen. En om het positief af te sluiten: ik ben allang blij dat hij niet op de vloer ging liggen dweilen 😉

Herken je het gevoel bij de peuterdriftbuien? Heb je nog handige tips? (Of een hart onder de riem, dat is altijd welkom!)

Sophie

Ik ben Sophie (35), getrouwd met Lionel, moeder van twee geweldige zoons (6 en 3). Voor De Mamagids schrijf ik over mijn werk als juf in het Jenaplanonderwijs, het leukste speelgoed en lekkere recepten voor lastige eters. En natuurlijk af en toe over het leven als vrouw in een mannenhuishouden.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Terug naar boven